Zaterdagmiddag liep ik op het station in 's Hertogenbosch langs een reclamebord met een grote advertentie. Op deze advertentie waren twee kippen te zien, een geslachte en een levende. Ze vroegen om aandacht voor de plofkip, en die kregen ze ongetwijfeld genoeg: de levende kip zag er verschrikkelijk uit. Ik snap dat je daar zo medelijden mee zou krijgen. In mijn geval werkte deze advertentie een beetje averechts. Ik begon me af te vragen hoeveel waarheid er achter die advertentie zat, en of het eigenlijke doel van de producenten wel was dat ze de plofkippen wilden beschermen. Naar mijn mening is de bio industrie namelijk helemaal niet zo slecht. De biologische industrie doet hem alleen zo overkomen.
Iedereen die vlees wil eten, wil dat in principe zo goedkoop mogelijk krijgen. En dat zou ook moeten kunnen, want voedsel is een eerste levensbehoefte, die voor iedereen naar wens vervulbaar zou moeten zijn. De bio-industrie vervult deze belofte door de productie van goedkoop vlees. De 'gangbare' kip, kip uit de bio-industrie, was in 2010 tot 174% goedkoper dan biologisch vlees, zo meldt de website van innofood, een verstrekker van actuele en toegankelijke informatie over voeding. Dan is het niet zo gek dat mensen toch kiezen voor die Jumbokip, die toch maar drie euro kost, dan die biologische kip met het EKO-keurmerk, waarvoor je toch weer een briefje van vijf uit je portomonnee moet halen.
Het feit dat de C1000, ondanks alle tegenacties van stichtingen zoals Wakkerdier, in elk geval in 2011 de kiloknallers nog liet bestaan, is het bewijs hiervan. Want de acties zijn een succes. Dus waarom zou je ze stoppen? C1000 woordvoerder Jacolien van Wezep zegt dan ook over de acties: 'C1000 is actiegedreven. Vlees is een belangrijk onderdeel van de
boodschappen, ook qua prijs. Na de acties tegen vleesaanbiedingen zijn
we ook benaderd door klanten die ons vroegen deze juist te handhaven.
Tijdens de aanbiedingen doen we geen concessies aan de kwaliteit.'
Ook die klanten, die vragn de acties juist te behandelen, houden van een kipfiletje of een gehaktbal af en toe. En hoewel veel mensen claimen tegen de bio-industrie te zijn, levert het voor veel mensen, die het niet zo breed hebben, toch de mogelijkheid voor vlees op hun bord, dat heus niet van slechte kwaliteit is.
Deze mensen zijn tevreden. Ze hebben een gezond voedingspatroon, en kunnen dat vol blijven houden door de bio industrie. want mensen zijn nu eenmaal omnivoren, we staan nu eenmaal boven aan de voedselpiramide. Ik zeg niet dat we niet zonder vlees kunnen, maar we hebben wel dierlijke eiwitten nodig om helemaal gezond te blijven zonder allerlei extra pillen te slikken. We houden dieren als consumtief product. Dieren worden gebruikt voor ons eigen welbevinden, of dat nou het verzorgen of het bereiden van een kip is. De zaken zijn niet omgekeerd. De mens zou niet gebruikt moeten willen worden om het welbevinden van dieren veilig te stellen. En dat is een beetje wat Wakkerdier, onder andere, ons aan probeert te praten. Want mensen kunnen best hun eigen welzijn verminderen om zo het dier een beter leven te geven. Nee. Het welzijn van de dieren zou, naar mijn mening, nooit ten koste moeten gaan van dat van de mens.
Sommigen beweren dat het verbeterde welzijn alleen maar ten goede komt van de mens. Maar is dit wel zo? De bio industrie neemt minder ruimte in beslag dan de biologische industrie, doordat de dieren zo dicht op elkaar zitten. Door de strenge regelgeving en doordat je de dieren in een gesloten hook houdt, is het makkelijker, en dus overigens ook verplicht, met de strenge controles die daarbij horen, om de afvoer en regulering van gassen te organiseren. Ook kun je zo uitbraken van ziektes sneller onder controle krijgen. De antibioticakwestie is ook van de kaart in de bio-industrie, want door de aangepaste regelgeving zit er geen standaard antibiotica meer in het diervoer in deze sector.
In de biologische industrie heb je dit niet. De dieren kunnen vrij scharrelen in de buitenlucht, waardoor gassen, en ziektekiemen, zo de 'openbare' lucht in vliegen. Ook zijn er weinig tot geen 'gewone' burgers, die precies weten hoe biologisch het vlees uit de biologische veeteelt is. De biologische veeteelt is steeds meer aan het veranderen in een pure winstindustrie: mensen willen er vooral geld aan verdienen. En als mensen geld willen verdienen, betekent dat dat ze zo veel mogelijk winst moeten maken. Het ideaal van dierwelzijn is weg aan het zakken, omdat het ideaal van geld verdienen belangrijker wordt.
Dit kan gebeuren doordat er veel minder dicht op de biologische industrie wordt gezeten, dan op de bio-industrie. Er is niemand die ze op de vingers tikt als dat nodig is, en een keurmerk is altijd aantrekkelijk. EKO staat goed, en sommige mensen worden er toe aangetrokken, ondanks het feit dat het duurder is. Maar ook in de biologische industrie worden antibiotica gebruikt. Het wordt alleen niet meer door het voer gedaan, maar 'legitiem' voorgeschreven door veeartsen. Biokippen bevatten dus ook antibiotica. En kipjes kruipen uit zichzelf op elkaar, dus ook in de biologische industrie zitten kippen op elkaar. Dus waar zijn die voordelen van de biologische industrie gebleven? Mensen denken dat die er zijn, maar dat is pure onwetendheid. De biologische veeteelt als tegenhanger van de bio-industrie was een goedbedoeld idee, maar wordt nu gebruikt als marketingtrucje.
En dat werkt. Als je beide sectoren beter bekijkt, kom je niet uit op meer voordelen voor de biologische veeteelt. Of op de conclusie dat bio-industrie slecht is. Dus waarom wordt de bio-industrie dan zo slecht afgeschilderd, naast de biologische industrie? Deels door het idee dat er al is, maar ook door de onwetendheid van de consumenten, en door de marketingtechnieken.